Snijden verdooft. Het maakt de wirwar aan emoties hanteerbaar. Zonder snijden word ik compleet overspoeld door gevoelens die ik niet begrijp, niet kan plaatsen en niet kan verdragen. Het is teveel. Het is groter dan ik zelf ben. Het doet pijn. Met een mesje in mijn hand, neem ik de controle weer terug, demp ik de pijn tot iets wat wel te managen is. Het snijden zelf voel ik nauwelijks.
Snijden kent ook zijn keerzijde, het laat lelijke littekens achter, het belemmert me in verschillende activiteiten en ik moet er altijd voor zorgen dat bepaalde mensen het niet te zien krijgen. Het is een taboe, het mag niet gezien worden, niet besproken worden. Het mag er niet zijn. Altijd verbergen, altijd erover praten in verdekte termen. Het voelt alsof een deel van mij, van mijn huidige ik, weggestopt moet worden. Alsof ik er zelf niet mag zijn in al mijn facetten.

Maar waarom voel ik die behoefte om het in de openheid te gooien? Waarom zou ik de schade, de hechtingen aan iemand willen laten zien? Ik wil mensen helemaal niet choqueren. Wat wil ik er dan mee bereiken? Stof om over na te denken.